Kristallen in het Jodendom en Christendom

Borstlap van de Hogepriester, Exodus 28

NijCare
 

"Gij zult zeggen tot allen die kunstvaardig zijn, welke Ik met een geest van wijsheid vervuld heb, dat zij de klederen van Aäron maken, om hem te heiligen, om voor Mij het priesterambt te bekleden."

Exodus 28:3

"Gij zult twee chrysopraasstenen nemen en de namen der zonen van Israël daarin graveren, 10 zes van hun namen op de éne steen en de zes overige namen op de andere steen, naar de volgorde van hun geboorte. Als kunstwerk van een steensnijder, als zegelgraveerwerk, zult gij de twee stenen met de namen de zonen van Israël graveren; ingevat in gouden kassen zult gij ze maken."

Exodus 28:9

 

Gij zult een borstschild der beslissing maken, kunstig werk…16 Vierkant zal het zijn, dubbel, een span lang en een span breed. 17 Gij zult het vullen met een steenvulling, vier rijen stenen: een rij rode jaspis, chrysoliet en malachiet, de eerste rij; 18 de tweede rij: hematiet, lazuursteen en prasem; 19 de derde rij: barnsteen, agaat en amethist; 20 de vierde rij: turkoois, chrysopraas en nefriet. Met goud omgeven zullen zij in hun zettingen gevat zijn. 21 En de stenen zullen overeenkomstig de namen der zonen van Israël twaalf in getal zijn, overeenkomstig hun namen; als zegelgraveerwerk zullen zij, elk met zijn naam, zijn voor de twaalf stammen.

Exodus 28:15

De hogepriester

De hogepriester was in het oude Israël het hoofd van de priesters en Levieten en bekleedde de hoogste functie in het priesterdom. Hij was een mannelijke nakomeling van Aäron, de allereerste hogepriester. 

De hogepriester, de priesters en de Levieten waren alle uit de stam van Levi. In de tijd van het Nieuwe Testament was hij voorzitter van de Hoge Raad (Sanhedrin). Het Hebreeuwse woord voor hogepriester is Kohen Gadol (כהן גדול), letterlijk 'grote priester'. 

De kleding van de hogepriester

De kleding van de hogepriester is beschreven in Exodus 28 en 39. Het voornaamste kledingstuk was de efod. Op de jaarlijkse Grote Verzoendag leidde de hogepriester de dienst in de tempel te Jeruzalem (Lev. 16). Hij offerde dan in het Heilige der Heiligen. Dat was de enige dag waarop hij het allerheiligste vertrek van de tempel mocht betreden om voor zichzelf en voor de zonden van het volk verzoening te doen.

Nadat hij in het eenvoudige priestergewaad de offers had gebracht, kleedde de hogepriester zich om en kwam in zijn heerlijke hogepriesterlijke kledij naar buiten. Dit is een voorafschaduwing van de wederkomst van Christus in heerlijkheid. Want zo zal ook de Heer Jezus eens verschijnen, niet meer in de eenvoudige kledij van eerst ('geen gedaante noch heerlijkheid', Jes. 53:2), maar in grote heerlijkheid op de grote dag van de verzoening van Israël.  

"Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als [met] de rouwklacht over een enig [kind]; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene. (…)"

Zac 12:10

"Op die dag zal er een bron geopend worden voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem tegen de zonde en tegen de onreinheid."

Zac 13:1

 

Het nieuwe Jerusalem, Openbaring 21:9 - 21

het-nieuwe-jerusalem-openbaring.jpg
 

21:9

"En er kwam een van de zeven engelen met de zeven schalen, die vol waren van de zeven plagen, en hij sprak met mij, zeggende: Kom hier, ik zal u tonen de bruid, de vrouw des Lams."

21:10

"En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jerusalem, nederdalende uit de hemel, van God;"

21:11

"En zij had de heerlijkheid Gods, en haar glans geleek op een zeer kostbaar gesteente, als de kristalheldere diamant."

21:12

"En zij had een grote en hoge muur en zij had twaalf poorten en op de poorten twaalf engelen, en namen op (de poorten) geschreven, welke die zijn van de twaalf stammen de kinderen Israëls."

21:13

"Naar het oosten waren drie poorten en naar het westen drie poorten."

21:14

"En de muur der stad had twaalf fundamenten en daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen des Lams (Christus)."

21:15

"En hij, die met mij sprak, had een gouden meetstok om de stad op te meten, en haar poorten en haar muur."

21:16

"En de stad lag in het vierkant en haar lengte was even groot als haar breedte; en hij mat de stad op met de stok:twaalfduizend stadiën; haar lengte en haar breedte en haar hoogte waren gelijk."

21:17

"En hij mat haar muur op: honderd vierenveertig el, mensenmaat die engelenmaat is."

21:18

"En de bouwstof van haar muur was diamant; en de stad was zuiver goud, gelijk zuiver glas."

21:19

"En de fundamenten van de muur der stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was diamant, het tweede lazuursteen, het derde robijn, het vierde smaragd, het vijfde sardonyx, het zesde sardien, het zevende topaas, het achtste beril, het negende chrysoliet, het tiende chrysopraas, het elfde saffier, het twaalfde amethist."

21:21

"En de twaalf poorten waren twaalf parelen: iedere poort afzonderlijk was uit één parel, en de straat der stad was zuiver goud, gelijk doorschijnend glas."

Jesaja 54:11 - 12

"Gij ellendige, door storm voortgedrevenen, ongetrooste, zie, Ik leg uw stenen in blinkend erts, Ik grondvest u op lazuurstenen, Ik maak uw tinnen van robijnen, uw poorten van karbonkelstenen en uw gehele omwalling van edelsteen."

Jesaja 54:11-12

Stenen staan in de beeldspraak voor zwaarte, voor last, voor de last van ons leven. Voor dat wat wordt meegezeuld. Vanuit donkere materie gaan zij onder invloed van hitte, druk en omgeving transformatieprocessen door. 

Transformatie processen

Hoe helderder edelstenen zijn hoe heter de temperatuur en hoger de druk zijn geweest. En hoe langer het proces van afkoelen heeft geduurd en heeft gezorgd voor de mogelijkheid van de groei van kristallen. Uit de diepte worden zij met veel moeite omhoog gehaald. Zij die er al miljoenen jaren waren en zich in de duisternis hadden gevormd worden gevonden en gezien en bewonderd. Zij worden aan het licht gebracht en hun zijn wordt gezien. 

Persoonlijke ontwikkeling

Deze soortgelijke processen gaan wij mensen ook door in onze persoonlijke ontwikkelingen en veranderingen. Diep in ons onderbewustzijn liggen schatten begraven die er zijn. Ons ware zelf, ons hogere zelf. Het kost hard werken en door vele dichte lagen heendringen om daaruit te komen en het aan het licht te brengen. 

Wijsheid en inzicht zijn schatten die er zijn en die ontdekt kunnen worden als er voldoende interesse is en voldoende doorzettingsvermogen. Aan pijn kunnen zaken in het bewustzijn komen. Ervaringen van pijn/zwaarte in de aandacht zetten en zo langzaamaan laten doordringen met licht en omvorming inzetten. Dat wat dicht was wordt dan transparant, dat wat een grofe laag was blijkt een holle ruimte te omsluiten. Welke kleuren hebben onze ervaringen? 

Licht, liefde en mededogen

De zwaarte van de leven beleven, verdriet, angst, eenzaamheid, is een transformatieproces van stenen in blinkend erts zetten. Van het zware gevoel in je kracht komen te staan. En te stralen, zelf licht en duidelijk te worden en met liefde en mededogen te leven.

Vorige
Vorige

Zwangerschap en geboorte

Volgende
Volgende

Kristallen in de Islam